Blog

Rijksten opnieuw rijker, maar aandeel in totale vermogen daalt.

Een mogelijke verklaring hiervoor zijn de gestegen huizenprijzen, stelt de krant. Gewone huishoudens profiteren hier meer van dan rijken, die vaak ook veel ander vermogen hebben dan alleen hun eigen woning.
Zo’n 295 miljard euro aan privévermogen is in handen van de rijkste 1 procent van Nederland. Dat komt neer op ongeveer 28 procent van het totale vermogen in Nederland. Een jaar eerder lag dat percentage nog op 28,5 procent.
Het aandeel in het totale vermogen nam ook af bij de rijkste 0,1 procent. Deze 7.500 mensen bezitten ruim 117 miljard euro van het totale 1.061 miljard aan vermogen. Dat komt neer op ongeveer 15,5 miljoen euro per persoon. Hierbij gaat het dan naast aandelen en bank- en spaarrekeningen, ook om huizen en andere bezittingen.

De pensioenen zijn hierbij weggelaten, omdat het niet gaat om vrij vermogen; mensen kunnen er niet zomaar bij. Worden de pensioenen wel meegerekend, dan wordt de vermogenskloof iets kleiner. De ongelijkheid in vermogen is groter dan die in inkomen. Volgens het CBS zijn de inkomensverschillen in Nederland relatief klein en stabiel.

SER wil individuele pensioenspaarpot en minder beloftes over uitkering

Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in een nog vertrouwelijke notitie aan het komende kabinet.

Het stuk zou nog niet officieel zijn afgerond, maar moet uiteindelijk een advies worden waarmee het nieuwe kabinet aan de slag moet. De notitie zou scenario’s omvatten voor de herziening van het pensioenstelsel. Omdat het huidige pensioenstelsel vanwege de vergrijzing te duur wordt, moet het stelsel worden hervormd. Het kabinet-Rutte II vroeg de SER drie jaar geleden om een advies.

De adviezen van de SER, met onafhankelijke kroonleden en vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties, gelden als zwaarwegend.

De instantie wil dat pensioenfondsen een stuk minder beloven over hun opbrengsten. Ook moet het voor iedereen makkelijker worden om te zien welk bedrag opzij wordt gezet.

In het voorstel van de SER worden pensioenpremies niet meer in een collectieve kas gestort, maar op een meer transparante individuele beleggingsrekening. Een pensioenfonds belegt het geld zonder tussenkomst van de deelnemer.

Afhankelijk van de rendementen, bouwt de deelnemer een bedrag aan pensioen op. Pas tien jaar voor het bereiken van de pensioenleeftijd krijgt de deelnemer duidelijkheid over de hoogte van zijn pensioen.
De SER wil dat de levenslange pensioenuitkeringen blijven. Ook de plicht voor werkgevers om bij te dragen blijft. Over een pensioen voor zzp’ers doet de instantie geen uitspraken.